Zilveren 10 Cent 1848-1945

Zilveren 10 cent 1848-1945

Vandaag de dag worden muntstukken al vrij weinig meer gebruikt in Europa en zijn ze gemaakt van vrij waardeloze materialen.
Maar tot 50 jaar geleden waren munten meestal gemaakt van een legering van zilver. Ga je nog verder terug, dan waren munten zelfs van goud gemaakt.

In het verleden betaalde men dus met zilveren munten en gouden munten welke een intrinsieke edelmetaal waarde hadden. Met andere woorden; de verhouding tussen de feitelijke waarde van de munt aan edelmetalen (intrinsieke waarde) en de nominale waarde van de munt (de rekenwaarde van de munt in het betalingsverkeer). Het geld had dus ook echt een waarde 🙂
Maar vanaf een bepaald moment overtrof de zilver- en goudwaarde van de roulerende munten de nominale waarde en gingen regeringen over op het gebruik van nikkel. Dit was een stuk goedkoper en hierdoor zette dus de waarde van geld ook in de munten groep zijn daling in.

In Nederland gebruikte men voor de komst van de Euro o.a. het Nederlandse 10 cent munstuk.
Deze is onder te verdelen in 2 soorten; de zilveren 10 cent en de nikkelen 10 cent. In het kort komt het er op neer dat de zilveren versie gebruikt is t.e.m. de regeer periode Wilhelmina t.e.a. 1945. Vanaf de regeerperiode van koningin Juliana zijn de 10 cent muntstukken gemaakt van nikkel.

De zilveren 10 cent munstukken kun je onderverdelen in de volgende groepen;

10 cent Koning Willem I (1815-1840)

Het 10 cent munstuk is sinds Koning Willem I in Nederland een wettig betaalmiddel. Het zilveren dubbeltje had in de periode 1818 tot 1828 een doorsnede van 18 mm. Deze 10 cent munten waren iets groter dan de varianten vanaf 1848 die onder Willem II zijn gemaakt. De Willem I 10 cent munten zijn te herkennen aan de grote gekroonde W op de voorzijde. Het gewicht deze 10 cent munt was 1,692 gram, maar het zilvergehalte bedroeg slechts 569/1000e wat lager was dan latere versies. Er zat dus 0,963 gram netto zilver in elk zilveren dubbeltje. Er zijn in totaal zo een 16 miljoen zilveren dubbeltjes geslagen tijdens de Willem I periode.

10 cent Koning Willem II (1840-1849)

In de regeerperiode van Willem II werd de diameter van het zilveren 10 cent munstuk verkleint naar 15 mm waardoor het gewicht daalde naar naar 1,4 gram. Het dubbeltje is hiermee het kleinste muntje dat Nederland tijdens het gulden tijdperk heeft gekend. Het zilvergehalte van het dubbeltje ging omhoog naar 640/1000e. Netto zat er nu dus 0,896 gram zilver in een 10 cent munt. In 2 jaar tijd zijn er bijna 11 miljoen zilveren 10 cent Willem II muntstukken geslagen. Op de voorzijde van de 10 cent munt vind je het borstbeeld van de regerende vorst.

10 cent Koning Willem III (1849-1890)

In 1849 kwam Nederland onder de leiding van Koning Willem III. Men plaatste een nieuwe afbeelding van de koning op het dubbeltje en gaf het een ander munt meesterteken. Voor de rest bleven de technische specificaties van het zilveren dubbeltje gelijk aan die van Willen II. Het gewicht van een Willem III dubbeltje bleef dus 1,4 gram, het zilvergehalte 64% en netto zat er dus 0,896 gram zilver in een 10 cent munt. Diameter is 15 mm. Van 1849 tot 1890 zijn er 42,5 miljoen zilveren dubbeltjes geslagen.

Kenmerken zilveren 10 cent periode 1848-1890 (Koning Willem II & III)

Koningin Wilhelmina (1890-1948)

Tijdens de Wilhelmina periode zijn de zilveren dubbeltjes qua specificaties hetzelfde gebleven als tijdens voorgaande periode Willem III. Een Wilhelmina 10 cent heeft dus een diamater van 15 mm, een gewicht van 1,4 gram, een zilvergehalte van 640/1000e, en een netto zilvergewicht van 0,896 gram. Gedurende de periode dat Wilhelmina het land leide zijn er 462 miljoen, ja u leest het goed, zilveren dubbeltjes geslagen. Zeker vanaf 1913 zijn de hoeveelheden aanzienlijk geworden.

In de oorlogs periode zijn zilveren dubbeltjes van 1943-1945 geslagen in de Verenigde Staten.
De tijdens de oorlog in Nederland geslagen 10 cent stukken waren van zink, hadden een diameter van 22 mm en een gewicht van 3,3 gram.
In totaal zijn er 155 miljoen zinken dubbeltjes geslagen maar de waarde hiervan is vrijwel nihil.

Kenmerken zilveren 10 cent periode 1890-1948 (Koningin Wilhelmina)

Koningin Juliana (1948-1980) & Koningin Beatrix (1980-2013)

Bij het aanbreken van de Juliana regeerperiode is besloten om dubbeltjes vanaf 1948 (het eerste jaar dat er weer 10 cent munten werden geslagen) niet meer van zilver te maken maar van nikkel. Vanaf dat moment hadden 10 cent munten dus geen intrinsieke waarde meer. De diameter bleef 15 mm en het gewicht werd 1,5 gram.
in toaal zijn er een kleine 1,5 miljard nikkelen 10 cent munten geslagen. De ouderen onder ons zullen ze ook zeker nog kennen, en ook de nikkelen 10 cent munten kom je nog geregeld tegen in lades en/of dozen. Helaas hebben deze munten dus geen waarde meer buiten de nikkelprijs. Nadat de gulden periode overging in de Euro, zijn dus al deze muntstukken verdwenen uit de samenleving en rest ons dus alleen nog de herinnering aan de tijd van het zilveren dubbeltje waarbij geld ook echt nog een intrinsieke waarde had. Helaas……

Zilveren 10 cent 1848-1945 kwaliteit

De kwaliteit van de zilveren 10 cent munten is voor de zilver belegger niet van belang. U koopt uiteindelijk de waarde van het zilver. Enkel voor de verzamelaar van het zilveren dubbeltje is het van belang welke kwaliteit een zilveren 10 cent heeft.